Soorten projecten

Naast het onderscheid tussen investerings- en dienstverleningsprojecten, zijn er 4 types van projecten:

  • microproject
  • regulier project
  • koepelproject
  • samenwerkingsproject


De LAG van een gebied kan een oproep doen voor reguliere, koepel- en microprojecten. De oproep voor samenwerkingsprojecten gebeurt door het Vlaams Managementcomité.

Overzicht

Projecttypes

Subsidie

Voortraject

Investeringsprojecten

Dienstverleningsprojecten

Max. subsidie € 7.800,
max. projectkost € 12.000

(= max 65% subsidie)

Niet subsidiabel

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Projectkost > € 12.000

Max 65% subsidie

Niet subsidiabel

Investeringskosten bedragen minstens 50% van de totale goedgekeurde projectkost

Investeringkosten bedragen minder dan 50% van de goedgekeurde projectkost

Projectkost > € 50.000

Max 65% subsidie

Subsidiabel

Investeringskosten bedragen minstens 50% van de totale goedgekeurde projectkost

Investeringkosten bedragen minder dan 50% van de goedgekeurde projectkost

Max 65% subsidie

Subsidiabel

Investeringskosten bedragen minstens 50% van de totale goedgekeurde projectkost

Investeringkosten bedragen minder dan 50% van de goedgekeurde projectkost

Microprojecten


Microprojecten zijn kleinschalige projecten die gericht zijn op kleine lokale actoren. Microprojecten kunnen in een termijn van maximaal anderhalf jaar uitgevoerd worden én hebben een een maximale projectkost van € 12.000 met een maximale cofinanciering van € 7.800. Ze zijn eenvoudig en concreet omschreven met zeer
meetbare en controleerbare effecten, realisaties en indicatoren.


Voor deze projecten is er een vereenvoudigde administratieve procedure. De promotoren dienen aan het einde van hun looptijd éénmalig een declaratie in, met daarin de bewijzen van volledige uitvoering van het project. Dat is voldoende voor de beheersdienst om over te gaan tot uitbetaling. Bij goedkeuring van het
microproject bepaalt de LAG wat als bewijs van realisatie verwacht wordt, en dat wordt opgenomen in de goedkeuringsbrief. 


Voor microprojecten komen lokale besturen (gemeenten, gemeentelijke verzelfstandigde agentschappen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW’s en verzelfstandigde agentschappen van het OCMW) niet in aanmerking voor subsidie. Een lokaal bestuur kan wel als partner optreden, maar kan geen begunstigde
zijn. 


De LAG's van Oost-Vlaanderen lanceren jaarlijks een oproep voor microprojecten. Zie "oproepen" voor meer informatie. 


Let wel: Microprojecten zijn nog altijd 'projecten' in de geest van LEADER en geen eenmalige investering (zie voorbeeld onder). 



Een voorbeeld

De lokale jeugdbeweging wil een leuke buitenplaats creëren zodat kinderen en jongeren uit de buurt elkaar ook buiten de werking kunnen ontmoeten. Ze willen hiervoor een soort bank / hangplek op hun terrein creëren.


WEL LEADER:

Ze vragen input van de eigen leden, van de buurt, betrekken de gemeente (toestemming, vergunning...), zodat ze goed de noden en wensen kennen. Ze vragen aan een lokale houthandelaar/tuinier om samenwerking rond materiaal en mogelijke natuurlijke materialen. Ze betrekken een school uit de buurt voor een ontwerp/inrichting en vragen aan een andere school/de buurt om het ontwerp uit te voeren. Na plaatsing is er een klein inhuldigingsmoment voor de buurt.


Participatie-Bottum up 

Ze vragen input van de eigen leden en van de buurt zodat ze goed de noden en wensen kennen. 

Samenwerking 

De gemeente, scholen uit de buurt, lokale handelaar, de buurtbewonders.

Gebiedsgericht en netwerkvorming

Een inhuldigingsmoment voor de buurt, werken met lokale handelaren en scholen.

Duurzaam

Ze willen zoveel mogelijk met natuurlijk materialen aan de slag.

NIET LEADER:

De jeugdbeweging koopt een kant-en-klare picnicbank en installeert die ter plaatse. 


Reguliere projecten


Reguliere projecten zijn projecten die niet onder één van de drie andere types projecten vallen. Ze vallen dus niet onder de definitie van een microproject, een koepelproject of een samenwerkingsproject. Een regulier project kan zowel een investerings- als een dienstverleningsproject zijn en heeft een projectkost van minimaal € 12.000.


De LAG's van Oost-Vlaanderen lanceren jaarlijks een oproep voor reguliere en koepelprojecten. Zie "oproepen" voor meer informatie.

Koepelprojecten


Een koepelproject bestaat uit een verzameling van afzonderlijke projecten rond een gelijkaardige projectdoelstelling. Het project wordt uitgevoerd onder de koepel van een coördinerende organisatie en administratief behandeld als één project. Het koepelproject moet inhoudelijk meerwaarde bieden voor de delen ervan en de bundeling van deelprojecten moet duidelijke baten en voordelen bieden. Verder moet het project ook evenwichtig zijn inzake enerzijds koepelwerking en anderzijds de realisatie uit de deelprojecten.


De coördinerende organisatie treedt op als promotor en verlicht de projectadministratieve lasten voor de copromotor(en) door de financiële en administratieve verantwoording (declaraties) naar de beheersdienst voor de copromotor(en) uit te voeren. Koepelprojecten kunnen zowel dienstverlenings- als investeringsprojecten zijn, die variëren van kleine lokale projecten tot bovenlokale projecten op grote schaal binnen een LEADER-gebied. De LAG kan ook zelf optreden als regisseur van koepelprojecten. Een koepelproject heeft een minimale projectkost van € 50.000.


Bovenop de gebruikelijke begunstigden voor projecten,  worden volgende organisaties aanzien als begunstigde specifiek voor koepelprojecten:
• De Vlaamse Gemeenschap, het Vlaamse Gewest en de verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse Gemeenschap en het Gewest
• Provincies

Deze begunstigden maken evenwel geen aanspraak op subsidies voor de eigen werking, en de ontvangen subsidies worden integraal doorgestort aan de copromotoren.


De LAG's van Oost-Vlaanderen lanceren jaarlijks een oproep voor reguliere en koepelprojecten. Zie "oproepen" voor meer informatie.

Samenwerkingsprojecten


Een samenwerkingsproject is een project tussen twee of meer LEADER gebieden, om een of meer doelstellingen van de LOS te realiseren. Binnen een samenwerkingsproject coördineert één partij (Leadpartner) de werkzaamheden.


Elke LAG is verplicht om tijdens de looptijd van de programmaperiode minimaal één samenwerkingsproject met een partner van buiten het Vlaams Gewest uit te voeren. Elke LAG moet voor minstens € 125.000 besteden aan samenwerkingsprojecten (dit kunnen 1 groot of meerdere kleinere projecten zijn). 


De samenwerking kan zowel interterritoriaal (tussen gebieden binnen dezelfde lidstaat) als transnationaal (tussen gebieden van verschillende staten binnen en buiten de EU) zijn. Als een gebied niet erkend is als LEADER-gebied kan er samengewerkt worden op voorwaarde dat er een soortgelijke methodologie als LEADER aanwezig is (publiek-privaat samenwerkingsverband, lokale strategie, e.d.). Dit zijn gebieden die volgens de principes van artikel 31 van verordening (EU) 2021/1060 zijn afgebakend.


Voor samenwerkingsprojecten is het het Vlaams Managementcomité dat de oproep lanceert.